Reisverslag, 7 landen in 4 dagen!
De hele avond en nacht zijn we GoogleMaps afgegaan naar het perfecte startpunt, de rest van de reis verzonnen we onderweg wel. We willen graag naar Tsjernobyl. Al zijn we ambitieus, dat was toch écht een paar duizend kilometer te ver. Frankrijk dan? Niet ons land. We komen uit op Zwitserland: laten we naar het, door de Zwitsers aangewezen, mooiste Zwitserse meer gaan: De Oeschinensee. Wat we erg graag wilden is naar rust, de camper aan een meer zetten en wakker worden is een oase van rust met uitzicht op mooi blauw water en de bergketen.
Dag 1 (Zondag): via Duitsland rijden naar Kandersteg. ETA:0300 ??

Zondag is het zo ver. We doen boodschappen (veel te veel) halen spullen bij de Action. De camper is al zo goed uitgerust, dat we er achter komen dat we veel-te-veel zooi hebben. Het is 18:00: we laten een hoop zooi achter en beginnen met rijden: 820 kilometer, 9 uur rijden is het naar Kandersteg, geeft de navigatie aan. We rijden van Nederland door Duitsland naar Zwitserland: Venlo-Mönchengladbach-Karlsruhe- Freiburg- Basel. Als je deze steden op de borden aanhoudt, dan kan je praktisch de eerste 6 uur zonder navigatie rijden. De camper die we hebben gekozen is de Joy, die we ook hebben gekozen omdat ze lekker kan doorrijden op de Duitse wegen.
Het is 03:00 en we komen aan in Kandersteg (Zwitserland). Onze planning was om de camper aan de Oeschinensee te parkeren. Er loopt een weg naartoe, maar die is alleen voor de horeca toegankelijk. Shit. We rijden een paar rondjes en besluiten de camper te parkeren naast een stroompje. Het is pikkedonker. Er is geen maan die de lucht verlicht, maar er zijn wel enorm veel sterren. We stappen de camper uit en vallen van de ene verbazing in de andere: een prachtige sterrenhemel waarin de contouren van de Alpen te zien zijn, een sijpelende bergstroom en het geluid van een waterval. We kunnen niet wachten op daglicht. Eerst lekker onder de dekens kruipen.

Zondag is het zo ver. We doen boodschappen (veel te veel) halen spullen bij de Action. De camper is al zo goed uitgerust, dat we er achter komen dat we veel-te-veel zooi hebben. Het is 18:00: we laten een hoop zooi achter en beginnen met rijden: 820 kilometer, 9 uur rijden is het naar Kandersteg, geeft de navigatie aan. We rijden van Nederland door Duitsland naar Zwitserland: Venlo-Mönchengladbach-Karlsruhe- Freiburg- Basel. Als je deze steden op de borden aanhoudt, dan kan je praktisch de eerste 6 uur zonder navigatie rijden. De camper die we hebben gekozen is de Joy, die we ook hebben gekozen omdat ze lekker kan doorrijden op de Duitse wegen.
Het is 03:00 en we komen aan in Kandersteg (Zwitserland). Onze planning was om de camper aan de Oeschinensee te parkeren. Er loopt een weg naartoe, maar die is alleen voor de horeca toegankelijk. Shit. We rijden een paar rondjes en besluiten de camper te parkeren naast een stroompje. Het is pikkedonker. Er is geen maan die de lucht verlicht, maar er zijn wel enorm veel sterren. We stappen de camper uit en vallen van de ene verbazing in de andere: een prachtige sterrenhemel waarin de contouren van de Alpen te zien zijn, een sijpelende bergstroom en het geluid van een waterval. We kunnen niet wachten op daglicht. Eerst lekker onder de dekens kruipen.
Zwiterste Alpen roadtrip 2021 gehuurde VW camper bus – De roadtrip met camper Joy naar Monaco
We worden wakker en stappen slaperig de camper uit. Schijnbaar loopt er vlak naast ons een kabelbaan de bergen in. We moeten naar het toilet en hebben trek. Het café is nog niet open, maar de eigenaar is zo vriendelijk om ons toegang te geven tot het toilet en een lekker bak koffie en thee in te schenken. Op het terras drinken we rustig onze koffie en thee op, als onze blik valt op een route die we door de berg zien lopen, uitgebikt in de rotsen. Die moeten we rijden! We gaan terug naar het campertje en zoeken de route. We rijden eerst verkeerd, de verkeerde berg op. Lekker pik. Maar uiteindelijk hebben we de juiste route te pakken. Het is een tolweg, de Gasterntal Strasse. Zoek hem maar eens op Youtube op: deze barre smalle route is op plekken zo smal dat je er net doorheen past. Voor menig mens is deze route te spannend. Het is een eenrichtingsweg, met een deel van de dag dat je omhoog mag rijden en een deel van de dag dat je naar beneden mag rijden, uitgebikt uit de helling van de berg met stukken waar je met de auto maar net doorheen past en stukken waarin je op een randje van de afgrond rijdt. Gelukkig zijn wij beide erg avontuurlijk aangelegd (en kan m’n man erg goed rijden). Als je dit aandurft is de route enorm de moeite waard, want je komt uit op een bizar niet te omschrijven mooie plek in het midden van de Alpen (zie filmpje van de route).
We doen zo veel indrukken op dat ik te weinig tot geen mooie foto’s van de plekken heb. Tussendoor mag je niet stoppen, maar dit doen we wel (sorry not sorry). Mijn vriend vliegt graag met zijn drone en besluit een uitgesleten waterval ravijn (met actieve waterval) te vliegen. Ik wil graag de helling van diezelfde waterval beklimmen. Hij blijft achter bij de camper en ik begin een beklimming. Het lijkt van een afstand veel minder steil dan dat het daadwerkelijk is. Tijdens mijn klim kom ik 3 steenbokken (!!) tegen op een niet al te grote afstand die oplettend van mij vandaan springen. Toe om even uit te rusten zit ik met mijn benen over de rand uit te kijken op de waterval als ik in de verte mijn vriend aan zie komen lopen. Aangezien hij op zijn slippers de berg probeert te beklimmen en ik bergschoenen aan heb, loop ik naar hem toe. Met een lach verteld hij me dat hij zijn drone kwijt is: hij is ergens in de kloof van de waterval blijven hangen. Gelukkig is hij er niet verdrietig of chagrijnig om, het was een gave vlucht geweest.
We rijden verder, tot het eind van de route, door een adembenemend landschap. We komen watervallen in kloven tegen, moerasbossen in het dal, zien mooie Alpenweilanden maar ook sneeuw. Het is een best eind rijden tot het eind van de route, maar je zit dan wel in het midden van de Alpen. Uiteindelijk komen we bij het eind van de, met de auto begaanbare, route. We komen uit bij een gave vuurpit, waar een houthok aanwezig is waarvan het hout vrij gebruikt mag worden. Er is hier ook een hotel aanwezig met een terras, maar we besluiten een vuurtje te stoken en hierop kip te bakken en een biertje te drinken. We hebben geen bereik met de telefoon en zijn ver van de bewoonde wereld: de perfecte plek. Manlief gaat nog even met zijn drones aan de slag en ik doe een middagdutje. Hierna hebben we er over wat we willen doen: willen we hier de rest van de dag blijven en hier overnachten of willen we verder? We besluiten dat we door willen naar de Oeschinensee: deze hebben we namelijk nog niet bezocht. We maken het vuur uit en stappen in de camper. Rijden de hele route naar beneden en parkeren de auto bij de kabelbaan. Het is half 5 en we moeten opschieten: om half 6 gaat de laatste kabelbaan naar beneden. Als we die missen moeten we de hele bergroute van meerdere uren naar beneden lopen. We nemen de kabelbaan naar boven (erg duur € 80 voor een enkeltje voor 2 personen). Vanaf de uitstap van de kabelbaan lopen we het laatste stuk naar de Oeschinensee (30 min). Het is een prachtig landschap en een enorm mooi meer. Helaas toeristischer dan gedacht. Omdat we geen zin hebben om naar beneden te lopen hebben we maar een kwartiertje bij het meer: we moeten de taxi terug naar de kabelbaan hebben om de laatste rit van 17:30 te pakken. We kunnen twee dingen doen bij het meer: op het terras zitten een kwartier, of.. een duik nemen! We besluiten dat tweede te doen. We nemen een duik in het meer en haasten ons daarna naar de taxi en de kabelbaan. Ondertussen begint het te regenen en bespreken we wat we willen: overnachten we hier of gaan we ergens anders heen? Ik zou graag naar de Süstenpass willen. Daar ben ik overheen gereden voor een vakantie naar Italië en zou daar graag overnachten. We komen aan bij de camper en stellen de navigatie in op de Steinsee. Dit is het gletsjermeer van de “Steingletsjer” die op het hoogste punt van de Süstenpass ligt. Aan dit meer ligt een camperparkeerplaats. 2 uurtjes is het rijden vanaf Kandersteg. Prima! Om half 9 komen we aan, het is gelukkig nog licht. We zoeken een mooi plekje op: de mooie plekken op de camperparkeerplaats zijn bezet en we zien iets verderop een mooie plek over het wildraster. Het is echt prachtig. We kijken uit van de gletsjer over een prachtige gletsjerstroom die als een waterval in de Steinsee valt. Het is doodstil en de wolken drijven tussen de bergkammen door. We lopen een beetje rond, maar het wordt al aardig donker. We schuiven het luik van de camper uit, zetten ons tafeltje met stoeltjes op en maken van stenen een vuurpit waarin we een fikkie stoken. We bakken en koken allerlei lekkers op ons campinggas setje en drinken een paar biertjes. Na een tijdje wordt het toch echt te koud en kruipen we onder de dekens. We vallen snel in diepe slaap als in de ochtend wakker schrikken: BONK BONK “CONTROL!” er wordt hard op de camper geklopt en een man roept Controle
Dag 2: Rijden bergroute Kandersteg, bezoeken Oeschinnensee met kabelbaan en ijskoude duik in meer. Daarna rijden naar Sustenpass. Camper parkeren bij Steinsee (20:30). En overnachting onderaan Gletcher.
(Dag 2) . Ik stuur manlief uit bed. Met ontbloot bovenlijf en kleine ogen trekt hij de camperdeur open. Voor hem staat een (lachende) Zwitserse Parkranger. Hij legt ons uit dat we net over de grens van een Nationaal Park staan waar het ten strengste verboden is vuur te stoken. En met net over de grens bedoel ik ook net: de ene kant van het raster is wel Nationaal Park en onze kan net niet. Je kan een boete van 10.000 Zwitserse Franken krijgen voor het stoken van een fikkie op deze plek. Gelukkig is de Parkranger erg aardig, geeft hij zelf ook aan dat het nergens staan aangegeven wat de regels zijn en komen we weg met een waarschuwing. Hij vervolgt zijn rondje en wij zijn lekker op tijd wakker. We willen koffie zetten in de percolator op het vuurtje, maar ik kom er achter dat ik bonen in plaats van gemalen bonen heb meegenomen: geen koffie. Balen. Ik vraag aan m’n vriend waar we naartoe willen. Na een best wel frisse nacht en morgen hebben we zin in zon en warmte, dus ik stel voor te gaan rijden naar Lago Maggiore (Italië). We genieten nog even van de prachtige plek als we de navigatie instellen op de volgende plek; ruim 2 uur rijden. Dat is prima te doen! Op naar de Italiaanse zon.
Om 13:30 komen we aan bij Magadion aan het bekende Lago Maggiore (Italië). We hebben een leuk strand uitgekozen om even lekker te zonnen en te zwemmen. Wat een heerlijkheid! Als je lekkere meren hebt, dan heb je geen douche nodig. Ik scheer stiekem mijn benen (zonder scheerschuim natuurlijk) in het meer en we halen lekker eten en drinken bij een strandtentje. We hebben een heerlijke middag waarin we zonnen, zwemmen, van een vlot duiken en middagdutjes doen. Tegen etenstijd besluiten we te gaan rijden rond het meer op zoek naar een plek. Helaas zijn er aan het meer geen top plekken behalve overvolle campings. We vinden een plek waar we even een broodje eten. Manlief laat doorschemeren dat hij toch wel erg graag naar Monaco zou willen rijden. Hoe ver is dat dan vanaf Lago Maggiore? Ruim 4 uur rijden zien we op de navigatie. Hmm.. Waarom niet! Omdat het al wat later in de avond is en we al veel hebben gereden, stel ik voor dat we het gewoon doen, maar met een tussenstop. Ik zoek een plek op langs de Middellandse zee op twee uur rijden afstand. Dan zouden we morgen alleen nog maar twee uur moeten rijden naar Monaco.
We genieten nog even lekker van de rust tot we weer in de camper stappen om te gaan rijden. In het eerste stadje wat we tegenkomen halen we nog even een paar lekkere echte Italiaanse pizza’s: manlief is nog nooit in Italië op vakantie geweest en weet dus niet hoe een échte Italiaanse pizza smaakt. De pizza smaakt enorm goed en met een volle buik rijden we richting de Middelande Zee. Na 1,5 uur komen we aan bij Genua. Hier heb je een enorme verkeersopstopping omdat je hier een niet goed ingedeelde tolweg af gaat: de weg gaat van vijfbaans naar éénbaans en alle Italianen willen voorop rijden. In het donker, met onze ramen open genieten we van het Italiaanse temperament. Automobilisten die elkaar het licht in de ogen niet gunnen en een tegen de tolambtenaar schreeuwende Italiaanse vrouw. Normaal zouden we er een hekel aan hebben, maar na de rust van afgelopen dagen kunnen we er om lachen. Als we er eenmaal doorheen zijn is het nog maar een stukje rijden naar de parkeerplaats die ik heb uitgezocht om te overnachten. Ik vraag me af of ik wel een goede plek heb uitgekozen. Deze afgelegen parkeerplaats ligt na een bergtunnel en naast een drukke weg. Er ligt afval op de parkeerplaats en het is slecht verlicht. De zee hoort hier naast te liggen, maar het is zo donker dat we niks zien. We besluiten de camper neer te zetten en lekker te gaan slapen. Einde dag 2.
We worden wakker en trekken onze zwemkleding aan. Als we uit de camper stappen zijn we weer enorm verbaasd: van de koude gletsjerwind staan we in de heerlijk warme Middellandse zee wind (28 graden) en kijken we uit over de zee, op nog geen 50 meter afstand. We steken de weg over en zien tot onze verbazing een prachtig authentiek Italiaans (stenen)stand met een beachbar. We nemen de snorkelspullen mee, lopen de trap af en duiken de zee in. De zee is heerlijk warm en zit vol met vis! Als we er genoeg van hebben lopen we de beachbar binnen en drinken een lekkere bak koffie op de veranda die uitkijkt over de zee.
We genieten van het uitzicht en de rust voordat we besluiten weer naar de camper te lopen en onze rit naar Monaco te vervolgen. Het is nog ruim twee uur rijden naar Monaco. We rijden richting Nice en Monaco, daarvoor moeten we een stukje door Frankrijk rijden. Het is stralend weer, een helder blauwe lucht en warme zon.
We komen om 12:30 aan in Monaco. Veel mensen hebben het ons afgeraden om met de camper naar Monaco te gaan, omdat ze niet happig schijnen te zijn op het toelaten van en het plekken hebben voor campers. Gelukkig zijn we eigenwijs, want we hebben hier niets van gemerkt. De eerste parkeergarage die we zoeken heeft plek voor ons. We parkeren de camper en lopen de stad in. Het is bloedheet. Er zijn een paar plekken die gezien moeten zijn: De tunnel “bocht” uit de F1 (ik snap nog steeds de ophef niet), de haven en het plein van het casino. We gaan lekker op het terras bij het casino zitten waar de gemiddelde autoprijs hoger is dan de waarde van onze woning. De bierwaarde trouwens ook (€ 20 voor twee Corona). Heerlijk genoten van onze terrasmiddag.

Dag 3: We bespreken waar we zin in hebben. Na de kou van de gletsjer zijn we toe aan zon. Op naar Lago Maggiore. ??Aangekomen bij Lago Maggiore (13:30), middag in de zon gelegen en gezwommen. wederhelft wil graag naar Monaco. We eten een broodje aan meer, stippelen een route uit naar een mooi plekje aan de middellandse zee. Onderweg nemen we nog een authentieke italiaanse pizza mee.
In het donker komen we aan bij de zee: Vesima.
Het is erg warm en we hebben zin om te zwemmen, dus we gaan op zoek naar het strand van Monaco. Door allerlei verbouwingen is deze erg moeilijk te vinden, maar we vinden hem. Het wordt een heerlijke middag aan de zee, met een paar heerlijke duiken in zee en middagdutjes op de ligbedden. We willen nog lang niet weg, maar we moeten wel.
Dag 4: Wakker worden op een prachtplek. Bikini aan, snorkel mee en in de middellandse zee gedoken. Koffie gedronken in beachbar. Doorgereden naar Monaco (12:30). Dagje stad en terras. In de avond nog een lange rit voor de boeg. Zoek een plek tussen Monaco en Nl: Lacs de Laive (03.00)
Het is woensdag en nog 1.365 kilometer naar huis: de volgende dag moet de camper om 19:00 terug zijn in Asperen. Op de terugweg naar de parkeergarage zien we nog delen van de F1 route en de bizarre jachten in de haven. Eenmaal in de camper begint manlief met rijden en zoek ik een plek op ongeveer 700 kilometer afstand van Monaco, de helft van de 1.300 kilometer die we nog moeten. De Lacs de Laive in Frankrijk zijn de perfecte plek. Maar betekend wel dat we dus nog 7 uur minimaal moeten rijden. En de volgende dag ook nog net zo veel. We rijden de prachtige route door Frankrijk. Om 3 uur ’s nachts komen we aan bij de Franse meren. We hebben allebei nog geen zin om te slapen, dus we stoken een fikkie en besluiten ons eten op te maken. Een pita kaas gaat er altijd in. We hebben een heerlijke nacht waarin we lekker eten, drinken en een toiletrol doordrenkt met zonnebloemolie in de fik steken als fakkel (als je ooit op zoek bent naar een fakkel: dat werkt!).
Slapen tot 10.00 uur en de laatste kilometers naar huis rijden. Campertje is weer op tijd terug :).
De volgende ochtend moeten we echt om 10 uur gaan rijden, anders komen we te laat aan in Asperen. We ruimen onze zooi op en beginnen met het laatste deel van onze reis. We halen lekker brood bij een Franse bakker en rijden de laatste uren naar huis. We zijn op tijd terug in Asperen met een gevoel van 3 weken vakantie. Beste. Vakantie. Ooit.